De tijd dat Chinees eten gelijkstond aan babi pangang, foe yong hai en kip met cashewnoten ligt inmiddels ver achter ons. In een zwak (lees: aangeschoten) moment willen we nog wel eens een paar bakken plak chinees thuis laten bezorgen, maar we eten toch het liefst wat authentieker. Daarvoor gaan we dit keer naar Oriental City.

Oriental City is een vaste waarde in Amsterdam wat goed Chinees eten betreft. Dat heeft de zaak overigens niet aan haar uiterlijk te danken, want het is er ontegenzeggelijk lelijk. Overigens wel op een nostalgische manier. Denk hotelketens uit de jaren negentig, of het zaaltje waar je opa en oma hun vijftigjarig huwelijksjubileum vierden. De blauwe vloerbedekking wordt opgefleurd met abstracte patronen in pastelroze. Een kleur die we ook terugzien in het tafellinnen en de servetten, die in de vorm van een waaier gevouwen zijn. Verder veel mintgroen en schilderingen van koikarpers. Wij worden in een bankje aan het raam geschoven, waar we dankzij de tussenschotten het gevoel krijgen dat we in een treincoupé zitten. Niet onaangenaam.
Goede wijnen en een uitpluismenu

We worden aangenaam verrast door de drankkaart, die uitgebreid is en uitstekende wijnen in diverse prijsklassen bevat. Hou je het liever wat eenvoudiger, dan is een Chinees biertje ook zo bestelt. Wij kiezen een combinatie: een Tsjingtao voor de dorst en een fles gewurztraminer voor bij het eten. Met het bier in de hand buigen we ons over de menukaart, die groot en een tikkeltje onoverzichtelijk is. Precies zoals het hoort.
We laten het Chinederlandse gedeelte van de kaart voor wat het is en richten ons op de vis, de specialiteiten van de chef en de klassiekers. Na wat uitpluiswerk kiezen we voor de gestoomde oesters, dumplings van varken en garnaal, pekingeend en de specialiteit van de chef: chongqing beef, gepocheerd rundvlees uit de szechuankeuken. Erbij nog wat gefrituurde visjes.
Goede klassiekers

De gestoomde oesters verschijnen als eerst op tafel. Ze zijn groot, vlezig en uitstekend op smaak. De dumplings die kort daarop volgen zijn ook dik in orde. Beide gerechten smaken zoals ze zouden moeten smaken, dus daar zullen we verder geen woorden aan vuilmaken. We worden overigens uitstekend bediend. We willen de bediening in Chinese restaurants liever niet over één kam scheren, maar de service kan af en toe wat grimmig zijn. Hier niet; iedereen is vriendelijk, correct en vlot in het bijschenken van wijn en bier.
Door met de pekingeend. Met een gezelschap van drie kozen we voor een halve, die aan tafel van het bot wordt gehaald. Netjes. Ook de eend smaakt weer precies zoals het hoort. Uitstekend, maar we besluiten ‘m bij een volgend bezoek links te laten liggen voor een avontuurlijkere keuze. Deze kunnen we overal krijgen.
Specialiteit van de chef

De specialiteit van de chef vormt voor ons het hoogtepunt van de avond. Een grote terrine vol mals rundvlees, pepers en groenten. Erbij een gulle hoeveelheid witte rijst. Zoals een goed szechuangerecht betaamt, is de chongqing beef behoorlijk pittig, maar vervliegt de hitte snel. Als je rustig door eet, blijft de hitte mooi constant, zonder te hevig te worden. Erg goed gedaan. We vergeten bijna onze gefrituurde visjes, die prettig van smaak en structuur zijn, maar ongelofelijk zout. Tip: laat ze inpakken en eet ze de volgende dag koud bij je kater.
We eindigen met mango jelly (niet doen) en zwichten voor de enigszins ordinaire gebakken banaan met poedersuiker. Al met al hebben we uitstekend gegeten. De kaart biedt ruimte voor zowel de conservatieve als de avontuurlijke eter. Het maakt Oriental City bij uitstek geschikt voor grotere gezelschappen met uiteenlopende voorkeuren. Kom er echter ook eens een keer met een stel waaghalzen en richt je op de szechuankaart. Bestel dan in ieder geval de eendentongetjes en de chongqing beef, de rest is op eigen risico.