Een broodje gemaakt van enkel maismeel, zout en water. Het broodje gevuld met bijvoorbeeld bonen, vlees en kaas is dagelijkse kost - soms wel driemaal per dag - in Venezuela en Colombia. Daarnaast is het een uitstekend alternatief voor mensen die geen gluten mogen of willen eten. In verschillende wereldsteden was het broodje al eerder gespot, maar in Amsterdam was hij enkel sporadisch te bekennen. Tot twee weken geleden. Toen werd de pop-up Amsterdam Arepa’s geopend in een zijstraat van de Albert Cuypstraat. Sindsdien is het broodje populair en staan niet alleen Zuid-Amerikanen, maar ook Amsterdammers in de rij.
Ignacio en Fernando

Ignacio Font Kuhn en Fernando Paez Magro zijn de chefs van de zaak. Ze werkten eerst bij Roberto's en Fernando stond ook in de keuken van Guts & Glory en Bar Centraal. Ze vinden het hilarisch om te zien dat zoveel mensen zo enthousiast zijn over dit, voor hen, simpele broodje. Een Nederlandse oud-collega en vriend van Ignacio en Fernando was in 2012 al in Venezuela op bezoek bij Ignacio en at daar ongeveer iedere dag een andere arepa. Hij vond het een geweldig idee om dit broodje naar Nederland te halen en tipte Ignacio en Fernando dat Nederland kennis moest maken met dit streetfood.
De reden waarom het broodje inmiddels te vinden is in allerlei landen in de wereld is echter minder vrolijk. Het gaat (economisch) niet goed met Venezuela. Er ligt bijna geen eten meer in de winkelschappen en ook aan een baan komen is lastig. Daarom zijn er dus veel Venezolanen die hun liefde voor de arepa met zich meenemen naar andere landen.

De mannen hebben de komende vier maanden de mogelijkheid om in het pand van het IJspaleis, dat in de winter altijd gesloten is, de broodjes te verkopen. “Zoals het er nu naar uitziet, met alle media-aandacht, zijn we wel van plan om een vaste locatie te vinden. In de afgelopen twee weken zijn namelijk de grootste culinaire namen langs gekomen om erover te schrijven. Een hele eer en ik hoop dus dat we nog meer mensen geïnteresseerd kunnen maken in het Zuid-Amerikaanse gerecht”, wordt ons verteld.
Authentieke gerechten

De zaak is iedere dag geopend van 12.00 tot 20.00 uur en heeft geen ingewikkeld menu. Er is namelijk keuze uit vijf verschillende arepa’s die ieder goedgevuld zijn. Een greep uit de varianten zijn de ‘Arepa Dominó’ met zwarte bonen en witte kaas, ‘Arepa Pelua’ met gestoofd rundvlees en boerenkaas of de ‘Arepa Reina pepiada’ met kip en avocado. Het zijn allemaal authentieke gerechten, zoals ze ook in Venezuela en Colombia worden gegeten. Geen vernederlandste replica’s dus. Ze kosten tussen de €6.50 en €8.50 en authentieke sappen krijg je er voor €3,50 per stuk.
Wij zijn in ieder geval erg benieuwd of dit broodje de markt gaat veroveren. Echter hoeven we van Amsterdam arepa’s, op een vaste locatie na, geen uitbreiding te verwachten. Volgens Ignacio en Fernando is het vooral de kunst om zo authentiek mogelijk de blijven.