Het klinkt een beetje als een jongensboek: twee vrienden die al vanaf hun vijftiende in de Amsterdamse horeca werken beginnen een eigen zaak, nog geen honderd meter vanaf het Rembrandtplein. Die zaak is Restaurant Slagerij de Beurs en de vrienden zijn Timo de Beurs en Ard Muntjewerf.
Timo en Ard

Timo de Beurs en Restaurant Slagerij de Beurs, dat kan geen toeval zijn. Nou, dat klopt. Timo komt uit een Amsterdams slagersgeslacht. Slagerij de Beurs zat altijd in de Indische buurt. Timo is overigens ‘gewoon’ chef en geen slager. Maar als hij en Ard aan het fantaseren waren, kwam altijd een oude foto van de slagerij voorbij. Zou het niet mooi zijn als die in hun gezamenlijke kroeg zou hangen? Een requiem voor de slagerij van zijn familie. Uiteindelijk werd het geen kroeg maar een restaurant (met bar overigens, dus toch een beetje kroeg) en werd het niet de foto, maar de naam van het restaurant die eer doet aan de lange geschiedenis van zijn familie.
Timo was lang chef bij Gebr. Hartering en Ard kennen we van de twee restaurants in Hotel V: The Lobby aan het Nesplein en The Lobby in de Fizeaustraat. Samen deden de heren eerder dit jaar (nog net in pre-coronatijd) een choucouterie, oftewel een zuurkool pop-up. Dat was op dezelfde locatie als waar nu het restaurant zit: net naast het Rembrandtplein, in de Amstelstraat. De ruimte huisde ooit Restaurant Flo en is onderdeel van het Eden Hotel. Naast het restaurant zit Graphite* dat vorig jaar de Entree Award won voor beste restaurant concept. Niet de meest voor de hand liggende plek, maar Ard en Timo hebben wel zin om dit supercentrale en toeristische stukje Amsterdam wat meer gastronomische bravour te geven.
Pie en paté en croûte

Het idee is natuurlijk dat er goed gegeten kan worden, maar ook dat er naast een mooi vijfgangendiner ruimte is voor betaalbare opties. De buurt - je zal verrast zijn hoe veel mensen gewoon wonen daar vlak in de buurt - moet ook gewoon binnen kunnen lopen voor een vaasje (onder drie euro zegt Ard er dan bij) en een betaalbare daghap. Nou dat laatste moet je echt anders zien: dat worden pies (op zijn Engels uitspreken). Timo heeft zich helemaal verdiept in de kunst van pie maken en dat is echt nu al te gek. Hoe ze eruit zien, hoe vol en rijk ze smaken en dus dat ze betaalbaar zijn.
De kaart is een mix tussen Engelse gerechten (zie bijvoorbeeld de pie) en de Franse brasseriestijl. Bij dat laatste kun je denken aan alweer zo'n visueel aantrekkelijk gerecht: de paté en croûte. Verder zijn de gerechten dus op het niveau van een brasserie, maar de chefs weten wat ze doen. Je kunt het hier gerust finedining noemen. Er wordt veel met lokale leveranciers en producten gewerkt en als het kan is het biologisch. Natuurlijk is er vlees en vis, maar er is veel aandacht voor groenten. Eigenlijk allemaal heel erg van nu, net als het interieur. Dat interieur is knalgeel, maar dat pakt eigenlijk wonderwel uit. Het is een grote zaak met ook veel afscheidingen in vaak matte donkere kleuren, waardoor er een mooi evenwicht is.
Beide heren zijn echte Amsterdammers en verwacht dan ook gastvrijheid uit een Amsterdams hart en met Amsterdamse humor. Je zult merken, het draait hier om de gast of je nu aan de bar zit (aanrader), een pie of paté en croûte komt eten of lang gaat tafelen met meerdere gangen en goede wijnen.
