De Buik ging proefeten bij Blik, het nieuwe restaurant van Tijn Verstappen en Jacob-Jan Boerma in een oud koetshuis aan de Reguliersdwarstraat. Hier ervaren we finedining nieuwe stijl, in een heel ontspannen sfeer en een prachtig pand. Alles op ons bord is dik in orde of gewoon erg goed, maar er was een showstopper: de kabeljauw met spitskool. Lees vooral waarom.
Van Lion Noir naar Blik
Soms komen er opeens veel mooie zaken bij elkaar. Zo opende Casper Reinders in 2010 Lion Noir. Een mooi restaurant met een geweldige tuin op een beetje rare plek, de Reguliersdwarsstraat.
Nu 15 jaar later komt dit pand in handen van twee andere grootheden. Tijn Verstappen, een van de meest succesvolle horeca-ondernemers van Amsterdam en Jacob Jan Boerma, een van de weinig driesterren chefs van Nederland. Met recht dus een dreamteam op een plek met een tuin om van te dromen. De Buik mocht op een van de eerste avonden een hapje komen nemen.
Wat nou Blik?
Beetje rare naam Blik, maar volgens de mannen zit er altijd veel mooi’s in blik. Zo kun je er prima dingen in bewaren, veeg je er rommel mee op en is een het oogopslag of kijk je ergens naar. Kortom een naam met voldoende aanknopingspunten voor een mooi restaurant.
En als je een blik werpt, het weer zat die avond helaas niet mee, door de achterdeur naar het terras in de tuin kom je altijd snel weer terug.
Eerste etage is minimaal zo leuk als begane grond

Bijna niets herinnert ons meer aan Lion Noir. Alleen de gevel van het pand is niet veranderd. Zodra je binnen stapt beland je in een geheel andere wereld. Donker sfeervol, veel hout en klei-kleuren. Je loopt gelijk tegen de bar aan en het daglicht vanuit de tuin straalt je tegemoet.
Wij hebben een plekje boven, wordt ons verteld. Weggestopt denken we. Maar niets is minder waar. Boven is het spectaculair. Dezelfde warme tinten, maar dan met een giga ronde bar met eetplekken pontificaal midden in de ruimte geplaatst. Daarom heen staan tafels in verschillende uitvoeringen, van twee’tjes tot een tafel voor acht, met zelfs een knusse booth in de hoek.
We mogen aan de voorzijde van de bar plaatsnemen. Daar hebben we goed overzicht over het restaurant. Waar een kleine vide aan de achterzijde ook nog eens zorgt voor licht en connectie met beneden.
De nieuwe manier van finedining

Het restaurant ademt finedining nieuwe stijl. Niks van linnen op tafel of stijfheid in de bediening. Hier is het relaxt, met goede timing, soms met een grapje, maar altijd met aandacht voor de gast. Daar houden we van.
Direct bij het plaatsnemen aan de bar vraagt de barman onze keuze voor water en wordt er een glas Vouvry Brut ingeschonken. Niet lang daarna gevolgd door een bordje charcuterie met coppa en hooibergham en Italiaanse dumplings. Die laatste zijn een soort grote gyoza gevuld met aubergine, tomaat en feta. Sinds wanneer is feta Italiaans? Griekse dumpling lijkt ons meer op zijn plaats.
Desalniettemin erg fijne hapjes om mee te starten, al zou je bij een bordje charcuterie meer dan twee soorten worst mogen verwachten. Maar dat zijn vast ‘aanloop’-probleempjes.
Selectie tijdens proefeetavonden
Helaas konden we niet alle gerechten proberen. Begrijpelijk, dit was avond twee van het proefdraaien, en dan moet het restaurant zichzelf beperken. We komen nog zeker terug voor de octopus en zalmschnitzel. Nu waren de coquille en ceviche onze voorgerechten.
De ceviche is van dorade, lekker stevig met een pitje van de jalapeño, bite van koolrabi en lekker wat kervel voor een anijsachtige nasmaak. De coquille is goed gebakken, met wat gebrande bloemkoolroosjes en een Aziatische touch van Vadouvan met een klein drupje limoen.
Kool in de hoofdrol

Wij zitten boven, terwijl de keuken beneden is. Gelukkig is er een liftje en als de nood echt aan de man komt rent de bediening gewoon de trap op. Chapeau voor hun uithoudingsvermogen. De ‘vol-au-vent’ van boerderijkip verschijnt tegelijk met de kabeljauw op tafel. Met het pasteitje van kip is helemaal niks mis.
Maar het gerecht van kabeljauw steelt de show. Niet zo zeer de vis zelf maar de begeleidende spitskool. Die is zo mooi gebakken en zo fijn van smaak. Romig, beetje pittig met een klein zoetje. Zeg maar een achtergrondzangeres die zo goed is dat ze een eigen carrière verdient.
Geraffineerd zoet

Natuurlijk gaan we all-the-way en bestellen ook beide desserts. De dame blanche is prima met zelf gebakken soesjes, maar hier is de showstopper het andere meer complexe dessert waar groene shiso de hoofdrol speelt. Een shiso-sake sorbetijs, met in sake gemarineerde frambozen, wat sap van hibiscus, zure matten en ijsparels van aalbes. Complex, mysterieus, vleugje Japan en uitzonderlijk lekker.
En dan de tuin van Blik
Helaas was het weer niet ‘tuin’waardig, maar we namen er wel even een kijkje. Dit is toch wel een van de meest bijzondere buiten-eet plekken van Amsterdam. Blik is gevestigd in een koetshuis, met fraaie versieringen in Lodewijk XIV stijl, aan het einde van een lange tuin dat hoort bij het koopmanshuis genaamd ‘Huis de Neufville’ in de Gouden Bocht aan de Herengracht 491.
Waar vind je nog zo’n plek? Reden om snel met mooi weer eens terug te gaan.